Veelgestelde vragen
- Kies een onderwerp
-
-
- Diploma
- Entree opleidingen
- Ik kom uit het buitenland
- Kosten
- Leermiddelen (boeken, laptops, etc)
- Op school
- Opleiding
- Privacy
- Stage
- Studentenadministratie mbo
- Studiefinanciering en OV - DUO
- Toelatingsrecht
- Inloggen Multi-Factor authentication
- Zorg en begeleiding
Meer informatie hierover staat op onze stagepagina.
Beroepspraktijkvorming (bpv) is het leren van een vak in de praktijk, een belangrijk onderdeel van het beroepsonderwijs. Bpv wordt ook wel stage genoemd. Volg je een bbl-opleiding dan ben je meestal aan het werk in een bedrijf en ga je 1 dag per week naar school.
Je gaat dus écht bij een bedrijf of instelling aan de slag. Om in het bezit te komen van een diploma moeten studenten de bpv met een voldoende afsluiten.
Je krijgt tijdens deze leerperiode(s) de mogelijkheid om mee te draaien in een bedrijf waar mensen werken die het beroep uitoefenen waarvoor je nu wordt opgeleid. Je kunt daarmee ook in de praktijk ervaren of het beroep echt bij je past en de kennis die je op je college hebt geleerd toepassen in een bedrijf. Dit vraagt om een goede voorbereiding, zodat de bpv-periode zo optimaal mogelijk verloopt.
Bij een bol-opleiding bestaat de bpv uit de stage(s) die je bij een bedrijf of instelling loopt.
Bij een bbl-opleiding is de bpv de baan die je hebt (minstens 20 uur per week).
Bij bpv is een goede begeleiding belangrijk. Op je college is de bpv-begeleider je vaste aanspreekpunt. Soms is dat je studieloopbaanbegeleider (slb’er) maar dat hoeft niet. In het bedrijf of de instelling is dat een deskundige praktijkopleider die je opleidt, motiveert en coacht. Tijdens de stage krijg je een bpv-werkboek. Hierin staan de opdrachten die je bij het bedrijf of organisatie uitvoert. De bpv-begeleider heeft regelmatig contact met je om te horen hoe het op het werk gaat. Ook overlegt hij met de praktijkopleider over het verloop van de stage. De praktijkopleider beoordeelt hoe je de opdrachten en werkzaamheden uitvoert.
In de Praktijkovereenkomst(POK) worden de afspraken over de stage (bpv) tussen student, college en leerbedrijf vastgelegd. Het gaat hierbij om afspraken over de begeleiding, beoordeling, verzekering, etc. Het is belangrijk dat de pok, getekend door alle partijen (bij minderjarige studenten ook door een ouder/verzorger) bij je college binnen is vóórdat de stageperiode begint. De procedure met betrekking tot praktijkovereenkomsten is wettelijk verplicht. De praktijkovereenkomsten zijn dan ook voor alle partijen van belang.
Als bbl-student ben je meestal in dienst van een organisatie en ontvang je salaris volgens de cao van de branche. Bol-studenten krijgen soms een vergoeding, maar dit is niet verplicht. Een leerbedrijf kan ook een onkosten- of reiskostenvergoeding betalen tijdens de bpv-periode. In sommige branches zijn stagevergoedingen in de cao geregeld. Deze vergoedingen kunnen gevolgen hebben voor de kinderbijslag of studiefinanciering.
Naast de afspraken in de praktijkovereenkomst, dient de student zich te houden aan de regels en voorschriften van de bpv-plaats. Dat geldt bijvoorbeeld voor geheimhouding, maar ook voor eisen rondom kleding e.d.
Bij ziekte meldt de student dit aan het bpv-adres volgens de daarvoor geldende procedure. Tevens meldt de bol-student zich ziek op school. Wanneer je uren gemist hebt, kijk je samen met je bpv-plaats en begeleider vanuit school hoe hiermee om te gaan.
Het bestuur van het Curio heeft voor alle studenten een beperkte collectieve ongevallenverzekering afgesloten en deze is geldig gedurende de schooluren zowel in het gebouw als op de bij het college behorende terreinen en tijdens de bpv, excursies, sportevenementen en schoolreizen die door of namens de schoolleiding zijn georganiseerd, alsmede de tijd die nodig is om langs de gebruikelijke weg van huis naar college/leerbedrijf en van college/leerbedrijf naar huis te komen.
Het bestuur heeft bovendien een aansprakelijkheidsverzekering voor alle studenten en medewerkers (waaronder ook stagiaires, vrijwilligers en BHV- en EHBO-ers) van onze colleges afgesloten.
De verzekering omvat de tijd dat de verzekerde op het college aanwezig is, respectievelijk dat hij/zij geacht kan worden onder toezicht te staan van het leerbedrijf.
Aansprakelijkheid tijdens de bpv
Over het algemeen geldt dat het leerbedrijf waar de student zijn bpv vervult, aansprakelijk is voor de schade die een stagiair(e) toebrengt of lijdt.
In de wet is geregeld dat de werknemer die bij de uitvoering van zijn werkzaamheden schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde ten aanzien van de werkgever, niet aansprakelijk is. De stagiair(e) wordt voor wat de aansprakelijkheid gelijkgesteld met en is in een geval van de beroepsbegeleidende leerweg vaak ook tevens een werknemer. Daarom is de stagiair(e) jegens het leerbedrijf in beginsel niet aansprakelijk voor schade die de stagiair(e) in zijn werkzaamheden toebrengt of lijdt.
Aangezien de stagiair(e) jegens het leerbedrijf in beginsel niet aansprakelijk is, zal het leerbedrijf de door het leerbedrijf, zijn/haar relatie (klant) of de stagiair(e) geleden schade zelf dienen te vergoeden.
Voor het leerbedrijf is het daarom van belang om zich, net zoals dat geldt voor zijn werknemers, adequaat te verzekeren voor schade door of aan stagiaires.
Aansprakelijkheidsverzekering
Niet gedekt onder deze aansprakelijkheidsverzekering is onder meer:
- Opzettelijk toegebrachte schade;
- Het risico van het gebruiken, het houden of besturen van motorrijtuigen waaronder ook te verstaan bromfietsen;
- Eventuele privé activiteiten tijdens schoolreizen en/of stage.
Bovendien zal een leerbedrijf er rekening mee moeten houden dat een stagiair(e) die schade veroorzaakt, door de “gezagsverhouding” tussen werkgever en stagiair(e) (vergelijkbaar met de verhouding werkgever/ werknemer), niet wettelijk aansprakelijk is, zodat krachtens onze polis ook geen schade vergoed zal worden.
(Geen wettelijke aansprakelijkheid = geen dekking)
Zowel de collectieve ongevallen- als de aansprakelijkheidsverzekering hebben slechts een AANVULLEND KARAKTER. Dit wil zeggen dat de verzekering pas in werking treedt voor zover er geen andere verzekering is, bijvoorbeeld je eigen aansprakelijkheids- of zorgverzekering, die (voldoende) dekking biedt.
Schade/ongeval melden
Een melding kan via verzekering@curio.nl.
Maar zo spoedig mogelijk melding in geval van schade of ongeval, zodat deze afdeling voor verdere afhandeling kan zorgen.
Meer gegevens zijn verkrijgbaar bij het Facilitair Bedrijf van Curio te Etten-Leur. Contactpersoon is Anissa Allouchi of Erik Groels, 088-2908000.
Wat te doen in geval van schade tijdens de bpv
- Het leerbedrijf (doorgaans de praktijkopleider van het bedrijf)neemt contact op met de bpv-begeleider van jouw college.
- De bpv-begeleider wijst de praktijkopleider van het leerbedrijf in eerste instantie op de eigen aansprakelijkheid van het leerbedrijf in een geval van schade door de stagiair(e) en raadt aan de eigen aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering aan te spreken.
- De bpv-begeleider stelt altijd via het Selfserviceportal onmiddellijk de facilitair coördinator van jouw college op de hoogte van de schademelding.
Relatie met verzekering Curio
Curio heeft in haar verzekeringspakket voor haar studenten een zogenaamde “stageclausule” opgenomen. Mocht de student ten opzichte van het leerbedrijf onverhoopt toch wel wettelijk aansprakelijk zijn, dan is op grond van de stageclausule de aansprakelijkheid van studenten voor schade aan het leerbedrijf of aan derden toegebracht tijdens bpv-activiteiten, meeverzekerd. De clausule kent wel een aantal uitzonderingen op de aansprakelijkheid van de studenten. Zo is de schade veroorzaakt door, met of aan motorrijtuigen op de openbare weg niet verzekerd, ook al kan de student aansprakelijk worden gehouden voor de schade.
Curio en al onze scholen veroordelen iedere vorm van discriminatie. In de tekst hieronder vind je uitleg over wat je kunt doen als je denkt gediscrimineerd te worden bij het zoeken van een stageplaats of tijdens je stage.
Wanneer is er sprake van discriminatie?
Discriminatie is het ongelijk behandelen, achterstellen of uitsluiten van mensen op basis van (persoonlijke) kenmerken. Er kan bijvoorbeeld onderscheid worden gemaakt op afkomst, geslacht, huidskleur, seksuele gerichtheid, leeftijd, godsdienst, handicap of chronische ziekte.
Niet alles is discriminatie
Er zijn situaties waarin het niet verboden is om onderscheid te maken tussen mensen. Iemand weigeren voor een stage als receptionist omdat hij of zij de taal niet goed genoeg beheerst, is geen discriminatie. Het goed beheersen van de taal is namelijk noodzakelijk om de functie goed te kunnen uitvoeren. Iemand weigeren voor die stage, omdat hij of zij een donkere huidskleur heeft of een hoofddoek draagt, leidt wel tot verboden onderscheid.
Discriminatieverbod
Discriminatie is in Nederland volgens de wet verboden. Dat is vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet. Dit grondwetsartikel vormt de basis voor verschillende wetten en regels waaraan allen die zich in Nederland bevinden zich dienen te houden.
Heb je het idee dat het voor jou moeilijker is om een stageplaats te vinden dan voor jouw klasgenoten? En heb je daarbij het idee dat je niet eerlijk behandeld wordt? Of heb je het idee dat je tijdens je stage oneerlijk behandeld wordt door medewerkers binnen het stagebedrijf?
Wat kun je doen?
Neem hierover dan altijd contact op met je SLB’er of BPV-begeleider. Leg uit wat er aan de hand is en waarom je denkt gediscrimineerd te worden. Samen kunnen jullie naar een oplossing kijken.
Komen jij en je begeleider samen niet tot een oplossing? Dan kun je contact opnemen met meldpunt discriminatie van S-BB.
Wat gebeurt er met de melding?
Naar aanleiding van de melding doet S-BB onderzoek. Als de stagediscriminatie aantoonbaar is, kan S-BB de erkenning van een leerbedrijf op grond van discriminatie intrekken. Samen met jouw college zoekt S-BB actief naar een vervangende stageplek.
- Vorige pagina
- 1
- ...
- 8
- 9
- 10
- 11
- Volgende pagina