Sofie Graafland – medewerker marketing en communicatie | Sofie over zorgen, werk en toekomst
Jong én mantelzorger. Hoe combineer je dat met je werk? Wat voor invloed heeft het op je toekomst? Curio-collega Sofie zorgt met haar moeder en hulpverleners voor haar oudere broer Joost. Ze is blij met haar flexibele werkgever en lieve collega’s. ‘Ruimte en fijne berichtjes: dat is genoeg.’
Sinds december 2024 is Sofie marketing- en communicatiemedewerker bij Curio. Ze volgde haar opleiding bij het Zoomvlietcollege (nu onderdeel van Curio) en studeerde daarna communicatie aan de Avans Hogeschool. Dat ze nu in een schoolomgeving werkt, vindt ze erg leuk. 'Ik krijg energie van de doelgroep, misschien word ik nog wel eens docent. Ook de organisatie is fijn: Curio voelt als een eenheid, ondanks alle verschillende locaties en opleidingen.'
Thuis: zorgen voor Joost
Sofie werkt 32 uur en woont nog thuis. Toch heeft ze niet zoveel vrije tijd als veel van haar thuiswonende leeftijdsgenoten want ze is mantelzorger van haar broer Joost. ‘Hij is ernstig meervoudig complex gehandicapt. Hij woont thuis, bij mijn moeder en mij. Mijn ouders zijn gescheiden. Joost is 32 jaar maar in zijn hoofd ongeveer een jaar. Hij kan ook niet lopen of zitten, niet praten, niets vastpakken, heeft spasmes (plotselinge spiersamentrekkingen) en zit in een rolstoel. Ondanks al zijn complicaties, maakt hij goed contact met zijn ogen en stralende lach. En zo kan ik hem lezen.’
Grote rol
Omdat Joost ouder is dan Sofie, weet ze niet anders. ‘Wij zijn degenen die voor hem spreken en zorgen. Dat onderschat ik zelf ook nog weleens. Een peuter kan zelf dingen aangeven of zichzelf vermaken, hij niet. Sinds corona is mijn rol groter geworden. Joost mocht niet naar school, dus hij was de hele tijd thuis. Rondjes rijden, paarden bezoeken, we hebben van alles gedaan. Pas tijdens mijn afstudeerstage ontdekte ik dat er voor dat soort “werk’ een naam is: mantelzorgen. Ik leerde er ook andere jonge mantelzorgers kennen. Dat zijn er veel meer dan je denkt.’
Intensief en gezellig
Sofie ervaart haar rol niet als een last, maar wel als intensief. ‘Als ik thuiskom, kan ik niet altijd neerploffen op de bank. Ik ondersteun mijn moeder graag, soms voelt het zelfs een beetje of we collega’s zijn. Gelukkig kunnen mijn moeder en ik heel goed samenwerken. Natuurlijk zijn er ook zorgverleners. Ik was bijvoorbeeld Joost niet zelf. Maar hij is zwaar, dus ik til mee. Ik ben blij dat we samen doen. Voor mensen zoals Joost zijn er weinig tot geen plekken waar hij terecht kan, mocht hij uit huis ‘moeten’. Dat zien we als hij eens een weekend in een logeerhuis is. Dan komt hij vaak wat verslonsd thuis, dat vinden we niet fijn.’
Perfect zoals hij is
Toch weet Sofie dat er in de toekomst een andere oplossing moet komen. ‘Er komt een tijd dat ik net als mijn zus uit huis ga. Mijn vader vindt dat ik moet kunnen gaan en staan waar ik wil. Mijn moeder vindt het fijn als ik in de buurt blijf. En ik stiekem ook! Hoe dan ook zal het moeilijk zijn: Joost is mijn beste vriend. Voor mij had hij niet anders hoeven te zijn. Hij lacht veel en maakt mij altijd vrolijk. Als ik me even niet zo goed voel, ga ik bij hem zitten en dan is alles weer goed. Soms vraag ik me af hoe het zou zijn om een grote broer te hebben zonder handicap. Misschien waren we dan helemaal niet zo close? Voor mij is hij perfect zoals hij is.’
Begrip van collega’s
Voor veel mensen klinkt haar verhaal heftig, erkent Sofie. ‘Maar voor mij is het normaal. Ik heb geen behoefte aan extra steun, ook niet van collega’s. Erover praten kan ik met mijn vriend, ook over de toekomst. Flexibiliteit is wél fijn en die ruimte is er bij Curio. Daardoor kon ik erbij zijn toen Joost naar het ziekenhuis moest. Ik kreeg toen ook veel lieve berichtjes van collega’s. Dat begrip en die ruimte: dát is genoeg.’
